Zoeken

  zoek
Deze website wordt ondersteund door: U VVN
Dit onderzoek wordt gesubsidieerd door: ZonMW

Ethische afwegingen bij de griepprik

printen

Uit onderzoek van het UMC Utrecht onder personeel in verpleeghuizen blijkt dat zij de griepprik onder andere haalden uit ethische overwegingen. De belangrijkste ethische overweging was het feit dat 68% van de gevaccineerde werknemers vond dat elke gezondheidszorgmedewerker gevaccineerd zou moeten zijn, voornamelijk vanwege de eed om patiënten niet te schaden. 92% van de gevaccineerde werknemers vond dit erg belangrijk. Verder werd vanuit ethisch oogpunt het belang van continuïteit van zorg aangedragen door deze gevaccineerde werknemers (64%). Het management van verpleeghuizen blijkt het in meer dan 70% van de gevallen eens te zijn met ethische argumenten voor verplichte vaccinatie. Eenzelfde soort onderzoek van het UMC Groningen onder ziekenhuispersoneel in de UMCs in Nederland liet zien dat maar liefst 88% van de gevaccineerde werknemers vond dat elke gezondheidszorgmedewerker gevaccineerd zou moeten zijn. Ook vond 95% van de gevaccineerde werknemershet belangrijk dat personeel hun patiënten niet kan besmetten met influenza.

Enkele ethische overwegingen die een rol spelen bij de acceptatie van de griepprik door zorgverleners:

1. Primum non nocere (ten eerste, doe geen kwaad):
Dit verwijst ook naar de eed die artsen en verpleegkundigen afleggen bij het afstuderen. Het vaccineren tegen de griep kan gezien worden als een morele plicht om kwaad te voorkomen als we dat kunnen. Hoeveel maatregelen neemt de gezondheidszorgwerker om infecties te voorkomen bij patiënten en hoe vaak?

2. Eisen aan zorgverleners
Zorgverleners dienen te voldoen aan de Kwaliteitswet zorginstellingen die zorgt dat patiënten erop kunnen vertrouwen dat hen geen kwaad wordt gedaan en optimale zorg wordt verleend. De griepprik is bewezen effectief tegen influenza. Overdracht van influenza naar patiënten wordt met de griepprik voorkomen. Bovendien wordt de continuïteit van zorg beter gewaarborgd in een periode waarin, zeker in tijden van een pandemie, de zorgvraag zal toenemen. 

3. Consistentie
Gezondheidswerkers zijn de intermediaire groep die de griepprik aanbevelen aan risicopatiënten. Het is inconsistent als zij behoren tot een doelgroep voor vaccinatie, maar de griepprik zelf niet nemen. Een voorbeeldfunctie is hierbij van essentieel belang. 

Ethische argumenten tegen het krijgen van de griepvaccinatie zijn er natuurlijk ook. Voorbeelden hiervan zijn gewetensbezwaren, de aantasting van de integriteit van het eigen lichaam en de persoonlijke vrijheid. Echter, uit meerdere onderzoeken blijkt dat de griepvaccinatie effectief is bij gezonde volwassenen. Uit een recente trial in universitaire ziekenhuizen in Nederland blijkt dat een verhoging van de vaccinatiegraad onder gezondheidszorgwerkers leist tot een vermindering van het aantal gevallen van influenza en/of een longontsteking die patiënten oplopen tijdens hun ziekenhuisopname. Uit andere experimenten in verpleeghuizen blijkt dat verhoging van de vaccinatiegraad leidt tot vermindering van sterfte onder patiënten, een beeld dat bevestigd wordt door een mathematische modelstudie voor verpleeghuizen en voor ziekenhuizen. Daarom zou het belang van de patiënt zwaarder moeten wegen dan mogelijke ethische argumenten tegen vaccinatie.